Verhaaltjessommen oefenen – groep 6

Groep 6 - optellen en aftrekken

Jip maakt 267 foto's. Daarna maakt hij er nog 368. Hoeveel foto's heeft Jip gemaakt?

Op een markt zijn 714 mensen. Er komen 473 bezoekers bij. 459 mensen gaan daarna weer naar huis. Hoeveel mensen zijn er nog op de markt?

Aan de hardloopwedstrijd doen 728 mensen mee. In de eerste ronde vallen er 230 mensen af. Hoeveel mensen doen er nog mee aan de hardloopwedstrijd?

Bij een dierenasiel worden 724 katten en 419 honden opgevangen. Hoeveel dieren zijn dat samen?

Een viswinkel verkoopt 1.398 haringen en 1.392 makrelen. Hoeveel vissen zijn dat samen?

Een sportclub had 1.890 leden. Nu zijn er nog 1.640. Hoeveel leden zijn er minder?

Een concert trekt 1.643 bezoekers op vrijdag en 1.637 bezoekers op zaterdag. Hoeveel mensen kwamen er totaal?

In een tuincentrum zijn 502 bloeen verkocht. Er werden 126 rozen, 98 tulpen en 113 zonnebloemen verkocht. Hoeveel andere bloemen zijn er verkocht?

In het theater zitten 825 mensen. Er komen 462 bezoekers bij. 448 mensen vertrekken na de eerste voorstelling. Hoeveel mensen blijven er over?

Ismaël heeft €1.825 op zijn spaarrekening staan. Hij koopt een televisie van €1.100. Hoeveel euro houdt Ismaël over?

Speel een spelletje

Verhaaltjessommen oefenen

De verhaaltjessommen die je hierboven vindt, zijn specifiek geschreven voor kinderen uit groep 6. Deze verhaaltjessommen zijn geschreven met input van leerkrachten van groepen 6. Het oefenen van verhaaltjessommen is van grote meerwaarde voor de rekenontwikkeling van kinderen, omdat ze zich leren verplaatsen zich in realistische rekensituaties. Daarnaast bestaat de Citotoets rekenen voornamelijk uit verhaaltjessommen. Deze bevatten meer context en dit kan voor kinderen verwarrend zijn. Deze website is de ultieme plek om met verhaaltjessommen te oefenen!