Verhaaltjessommen oefenen – groep 6

Groep 6 - optellen en aftrekken

In de kast staan 655 boeken. Miranda zet er nog 320 boeken bij. Hoeveel boeken staan er in de kast?

Eva heeft €1.650 op haar spaarrekening staan. Ze koopt een bank van €1.425. Hoeveel euro houdt Eva over?

Een ticket naar Berlijn kost €410 euro. Er komen nog €195 aan kosten bij. Hoeveel is dat samen?

Hidde doet 435 gram snoep in een snoeptrommel. HIj doet er nog 45 gram bij. Hoeveel gram snoep zit er in totaal in de snoepzak?

Op de school van Sofia zitten 345 jongens en 250 meisjes. Hoeveel kinderen zitten er op de school van Sofia?

In de kast staan 435 boeken. John zet er nog eens 375 boeken bij. Hoeveel boeken staan er in de kast?

De bakker bakt ‘s ochtends 158 worstenbroden. Daarna bakt hij nog 260 worstenbroden. Hoeveel worstenbroden zijn dat samen?

Op de school van Jasmine zitten 230 meisjes en 145 jongens. Hoeveel kinderen zitten er op de school van Jasmine?

Op het kantoor van Iris werken 245 vrouwen en 525 mannen. Hoeveel mensen werken op het kantoor van Iris?

Aan de dartwedstrijd doen 565 mensen mee. In de eerste ronde vallen er 130 mensen af. Hoeveel mensen doen er nog mee aan de dartwedstrijd?

Speel een spelletje

Verhaaltjessommen oefenen

De verhaaltjessommen die je hierboven vindt, zijn specifiek geschreven voor kinderen uit groep 6. Deze verhaaltjessommen zijn geschreven met input van leerkrachten van groepen 6. Het oefenen van verhaaltjessommen is van grote meerwaarde voor de rekenontwikkeling van kinderen, omdat ze zich leren verplaatsen zich in realistische rekensituaties. Daarnaast bestaat de Citotoets rekenen voornamelijk uit verhaaltjessommen. Deze bevatten meer context en dit kan voor kinderen verwarrend zijn. Deze website is de ultieme plek om met verhaaltjessommen te oefenen!