Verhaaltjessommen oefenen – groep 5

Groep 5 - optellen en aftrekken

Tim heeft 118 rode, 32 blauwe en 139 groene knikkers. Hoeveel knikkers heeft hij in totaal?

Daan heeft €823 gespaard. Hij koopt een fiets voor €599. Hoeveel euro houdt Daan over?

Mats verzamelt 750 voetbalplaatjes. Hij verliest er 163. Hoeveel voetbalplaatjes heeft Mats nu?

In de winkel liggen 125 rode, 38 blauwe en 119 groene petten. Hoeveel petten zijn dat samen?

Er hangen 280 ballonnen aan het plafond. Daar komen 120 ballonnen bij. Later worden er nog 190 ballonnen opgehangen. Hoeveel ballonnen hangen er dan aan het plafond?

In de moestuin groeien 438 wortels. De kinderen oogsten 329 wortels. Hoeveel wortels blijven er nog in de moestuin?

In de stal staan 499 zakken voer. De boer gebruikt 390 zakken. Hoeveel zakken blijven er staan?

Noah koopt een pakje kauwgom voor 35 cent. Hij betaalt met een munt van €2. Hoeveel cent krijgt Noah terug?

Mohamed heeft 487 potloden. Hij vindt nog 16 potloden in zijn la. Hoeveel potloden heeft Mohamed dan?

Fiene leest een boek met 525 bladzijden. Ze heeft er al 175 gelezen. Hoeveel bladzijden moet ze nog lezen voor het boek uit is?

Speel een spelletje

Verhaaltjessommen oefenen

De verhaaltjessommen die je hierboven vindt, zijn specifiek geschreven voor kinderen uit groep 5. Deze verhaaltjessommen zijn geschreven met input van leerkrachten van groepen 5. Het oefenen van verhaaltjessommen is van grote meerwaarde voor de rekenontwikkeling van kinderen, omdat ze zich leren verplaatsen zich in realistische rekensituaties. Daarnaast bestaat de Citotoets rekenen voornamelijk uit verhaaltjessommen. Deze bevatten meer context en dit kan voor kinderen verwarrend zijn. Deze website is de ultieme plek om met verhaaltjessommen te oefenen!