Verhaaltjessommen oefenen – groep 6

Groep 6 - vermenigvuldigen en delen

Elias ruimt 180 lege flessen op. In een krat passen 18 flessen. Hoeveel kratten kan Elias vullen?

Een winkel heeft 20 kisten met 19 appels per kist. Hoeveel appels zijn dat samen?

De kapper knipt 30 klanten. Elke knipbeurt kost €16. Hoeveel euro verdient de kapper?

De boer heeft 20 kassen met 11 tomatenplanten per kas. Hoeveel planten zijn dat?

De bakker bakt 30 taarten van €17 per stuk. Hoeveel euro is dat samen?

Lara maakt 526 tekeningen per jaar. De helft hangt ze op in haar kamer. Hoeveel tekeningen hangen er in haar kamer?

120 muntjes worden verdeeld over 10 kinderen. Hoeveel muntjes krijgt ieder kind?

144 balletjes worden verdeeld over 12 bakjes. Hoeveel balletjes zitten er in elk bakje?

Asmat koopt in de winkel 4 spellen van €12,95 per stuk. Hoeveel euro moet Asmat betalen?

In één uur loopt Nora 8 kilometer. Hoeveel kilometer loopt Nora in een kwartier?

Speel een spelletje

Verhaaltjessommen oefenen

De verhaaltjessommen die je hierboven vindt, zijn specifiek geschreven voor kinderen uit groep 6. Deze verhaaltjessommen zijn geschreven met input van leerkrachten van groepen 6. Het oefenen van verhaaltjessommen is van grote meerwaarde voor de rekenontwikkeling van kinderen, omdat ze zich leren verplaatsen zich in realistische rekensituaties. Daarnaast bestaat de Citotoets rekenen voornamelijk uit verhaaltjessommen. Deze bevatten meer context en dit kan voor kinderen verwarrend zijn. Deze website is de ultieme plek om met verhaaltjessommen te oefenen!