Verhaaltjessommen oefenen – groep 5

Groep 5 - optellen en aftrekken

Jasper en Benjamin gaan zwemmen. Jasper zwemt 251 meter. Benjamin zwemt 40 meter verder dan Jasper. Hoe ver zwemt Benjamin?

In de supermarkt liggen 197 flessen. Er worden 99 flessen verkocht. Hoeveel flessen blijven er over?

Guus en Sophia gaan zwemmen. Guus zwemt 39 baantjes. Sophia zwemt 11 baantjes meer dan Guus. Hoeveel baantjes zwemmen Guus en Sophia samen?

Jules verzamelt schelpen. Op dag 1 vindt hij 230 schelpen. Op dag 2 vindt hij 330 schelpen. Hoeveel schelpen heeft Jules gevonden?

Bas en Mees gaan naar het pretpark. Ze lopen 43 minuten door het pretpark. Na een pauze lopen ze 59 minuten rond. Hoeveel minuten lopen Bas en Mees door het pretpark?

Romee en Hugo gaan zwemmen. Romee zwemt 645 meter. Hugo zwemt 27 meter verder dan Romee. Hoe ver zwemt Hugo?

In een aquarium zwemmen 170 vissen. Er gaan 44 vissen naar een ander aquarium. Hoeveel vissen blijven er over?

Olivia verzamelt schelpen. Op maandag vindt ze 140 schelpen. Op dinsdag vindt ze 250 schelpen. Hoeveel schelpen heeft Olivia gevonden?

Femke en Jasper gaan zwemmen. Ze hebben al 17 minuten gezwommen. Ze zwemmen daarna nog 44 minuten. Hoeveel minuten hebben ze gezwommen?

De groenteboer heeft 411 appels. Hij verkoopt er 99. Hoeveel appels heeft hij over?

Speel een spelletje

Verhaaltjessommen oefenen

De verhaaltjessommen die je hierboven vindt, zijn specifiek geschreven voor kinderen uit groep 5. Deze verhaaltjessommen zijn geschreven met input van leerkrachten van groepen 5. Het oefenen van verhaaltjessommen is van grote meerwaarde voor de rekenontwikkeling van kinderen, omdat ze zich leren verplaatsen zich in realistische rekensituaties. Daarnaast bestaat de Citotoets rekenen voornamelijk uit verhaaltjessommen. Deze bevatten meer context en dit kan voor kinderen verwarrend zijn. Deze website is de ultieme plek om met verhaaltjessommen te oefenen!