Verhaaltjessommen oefenen – groep 4

Groep 4 - vermenigvuldigen en delen

Er zitten 5 vingers aan een hand. We steken 6 handen in de lucht. Hoeveel vingers steken we op?

De zonnebloem van Pim is 2 meter hoog. De zonnebloem van Faas is twee keer zo hoog. Hoeveel meter hoog is de zonnebloem van Faas?

Er zitten 5 vingers aan een hand. We steken 4 handen in de lucht. Hoeveel vingers steken we op?

Er zitten 2 sokken in een paar. Ik heb 4 paar sokken. Hoeveel sokken heb ik dan?

In een pak zitten 5 ijsjes. Chris koopt 4 pakken. Hoeveel ijsjes koopt Chris?

Bram, Cas, Cees en Sara kopen een ijsje. Ze nemen allemaal 3 bolletjes op hun ijsje. Hoeveel bolletjes zijn dat samen?

Anne telt het geld in haar spaarpot. Ze heeft precies 7 briefjes van €5 in haar spaarpot. Hoeveel euro heeft Anne in haar spaarpot?

Aan een tros zitten 6 bananen. Arjan koopt 3 trossen. Hoeveel bananen heeft Arjan in totaal?

In een pak zitten 9 koekjes. Hoeveel koekjes zitten er in 2 pakken?

In de winkel kost een voetbal €11. Een basketbal is twee keer zo duur. Hoeveel euro kost de basketbal?

Speel een spelletje

Verhaaltjessommen oefenen

De verhaaltjessommen die je hierboven vindt, zijn specifiek geschreven voor kinderen uit groep 4. Deze verhaaltjessommen zijn geschreven met input van leerkrachten van groepen 4. Het oefenen van verhaaltjessommen is van grote meerwaarde voor de rekenontwikkeling van kinderen, omdat ze zich leren verplaatsen zich in realistische rekensituaties. Daarnaast bestaat de Citotoets rekenen voornamelijk uit verhaaltjessommen. Deze bevatten meer context en dit kan voor kinderen verwarrend zijn. Deze website is de ultieme plek om met verhaaltjessommen te oefenen!